Bij het invoeren van een functie kan je gebruik maken van eerder gedefinieerde variabelen (getallen, punten, vectoren, ...) alsook van eerder gedefinieerde functies.
Invoer | |
Functie f | f(x) = 3x3 - x2 |
Functie g | g(x) = tan(f (x)) |
naamloze functie | sin(3x) + tan(x) |
Alle intern gedefinieerde functies (zoals sin, cos, tan, enz.) worden beschreven in Numerieke Bewerkingen (4.2.6).
Er zijn commando's om de integraal (4.3.2, 4.3.11) en de afgeleiden
(4.3.11) van een functie te berekenen.
Je kan ook gebruik maken van opdrachten van de vorm f'(x), f''(x), f''(x), ...om de afgeleiden te berekenen van een eerder gedefinieerde functie f:
f(x) = 3x3 - x2 |
g(x) = cos(f'(x + 2)) |
Bovendien kan je grafieken van functies volgens een vector verschuiven (4.3.15) en de grafiek van een vrije functie kan met de muis worden gewijzigd. Daarbij wordt in het algebravenster het voorschrift automatisch mee gewijzigd.
Om het domein van een functie te beperken tot een interval [a, b] maak je best gebruik van het commando Functie (see 4.3.11).